De Gotiek (Middeleeuwen tot de 15de Eeuw)
De Renaissance wordt over het algemeen gezien als de eerste volwaardige cultuurperiode in West-Europa na de val van het Westelijke Romeinse Rijk in 476. Toen begonnen volgens het gangbare beeld de donkere Middeleeuwen waaraan pas in de 15de eeuw een einde kwam door de Italiaanse en later de noordelijke Renaissance. Tegenwoordig wordt dat stereotype beeld meer genuanceerd en door nieuwe inzichten blijken de Middeleeuwen veel minder donker geweest te zijn dan eerder aangenomen. Het doel van dit eerste deel in de cursusserie is dat veranderde beeld te laten zien. De Renaissance is niet zomaar uit de lucht komen vallen want er zijn in de Middeleeuwen zeer interessante ontwikkelingen geweest die enerzijds op zichzelf staan en die anderzijds een nieuwe tijd hebben ingeluid.
De Renaissance (De 15de en 16de Eeuw)
De Renaissance is in Europa de eerste cultuurperiode na de Gotiek. Wanneer hij precies begon is niet eenvoudig te bepalen maar in de cursus houden we het jaar 1400 aan. De periode eindigt in de cursus in 1600 maar ook dat is natuurlijk discutabel. We beginnen in Florence en de Vlaamse steden Brugge en Gent. Religie speelt een belangrijke rol in de kunsten maar het humanisme komt vanuit Italië op en beïnvloedt de onderwerp keuze van beeldhouwers, schilders en dichters. Veel aandacht besteden we aan de architectuur en de beeldhouwkunst. Zij bepalen met name als eersten de periode waarin de verloren vaardigheden van de klassieke meesters weer worden aangeleerd. Op literair gebied gaan we wat dieper in op het werk van de dichter Ludovico Ariosto en zijn “Orlando Furioso”. Maar ook in het noorden vinden grote ontwikkelingen plaats. We ontmoeten de schilder Jan van Eijck en zijn tijdgenoten. Het wonder van de Vlaamse polyfone componisten en hun invloed in heel Europa.
We zijn weer in Italië tijdens de periode die de Hoge Renaissance wordt genoemd en bekijken het werk van alle grote kunstenaars zoals Leonardo da Vinci en Titiaan. We leren ook hoe de Renaissance en het humanisme boven de Alpen voet aan de grond krijgen. We volgen de belangrijkste noordelijke humanist Desiderius Erasmus en zijn zeer uitgebreide kring van contacten door heel Europa. Als laatste komen we in contact met de schilders van de Haarlemse school die een nieuwe tijd in de Noordelijke Nederlanden inluiden.
De Barok (De 17de Eeuw)
De 17de eeuw kan gezien worden als de voorbereiding op de verlichting. Er gebeurt heel veel in Europa; een wetenschappelijke revolutie op de rede gebaseerd met hoofdrol spelers zoals Galileo Galilei en Isaac Newton. In de Noordelijke Nederlanden wijzen opstandelingen de Spaanse Habsburgers de deur.
Het wordt de Gouden Eeuw op schilder gebied in Nederland, Frankrijk en Spanje. In de cursus gaan we daar uitgebreid op in en werk van kunstenaars als Rembrandt van Rijn, Pieter-Paul Rubens, Nicolas Poussin, Diego Velázquez en anderen wordt bekeken en besproken.
Ruimte krijgt een belangrijke plaats in de beeldende kunsten en architectuur. Dus ook de ontwikkelingen in de architectuur alsmede in de muziek krijgen ruimschoots aandacht. We gaan luisteren naar werken van Franz Ignaz Biber, Henry Purcell en Arcangelo Corelli en nog vele andere bekende en onbekende componisten. De muziek maakt een grote ontwikkeling door en we leren de specifieke kenmerken van de barokmuziek en zijn instrumenten kennen. In de literatuur bespreken we onder andere “Don Quichote” van Miguel de Cervantes en “King Lear” van William Shakespeare en we zullen zien dat de auteurs verschillende boodschappen in hun verhalen verwerken.
Het Neoclassicisme (De 18de Eeuw)
De eeuw van Voltaire en de Franse Revolutie is er een van conflicten tussen godsdienst en filosofie. We gaan die spanningen en strijd behandelen. Maar natuurlijk komen ook de kunsten ruimschoots aan bod. Bekende klassieke componisten als Wolfgang Amadeus Mozart en Joseph Haydn zetten de toon in de muziek maar we besteden ook aandacht aan de overgangscomponisten van de Barok zoals Georg Philipp Telemann. Op het gebied van bouwkunst en de beeldende kunsten valt er ook heel wat te beleven. In die 18de eeuw kreeg Noord-Amerika als eerste kolonie zijn vrijheid. Dat zou een belangrijk voorbeeld worden in het verdere verloop van de geschiedenis. Het grote verlichtingsideaal komt tot wasdom. In de cursus gaan we die fenomenen bestuderen; we betrekken Voltaire erbij en beoordelen zijn gedachten aan de hand van de werken die hij ons naliet; bijvoorbeeld “Candide” waarmee hij zich afzet tegen het optimistische wereldbeeld van Gottfried Leibniz.
We eindigen met de Franse Revolutie en wat daarmee teweeg werd gebracht in Europa. Die periode zou ook van beslissende invloed zijn op het ontstaan van de Romantiek.
De Romantiek (Eerste helft van de 19de Eeuw)
De Romantiek is een cultuur stroming die ruwweg duurde van 1800 tot 1850. In deze cursus bespreken we het ontstaan van deze belangwekkende maar later ook verguisde periode. Aan de hand van filosofie (religie), beeldende kunst, bouwkunst, literatuur, poëzie en muziek gaan we in op de belevingswereld van de sleutelfiguren uit Duitsland, Frankrijk en andere Europese landen.
Gelukkig vindt er de laatste tijd een herwaardering plaats van de Romantiek. We begrijpen nu beter dat het een reactie was op de rede en de verlichting en de geforceerde wijze waarop de Franse revolutionairen veranderingen probeerden in te voeren. De periode kenmerkt zich ook door een nieuwe belangstelling voor godsdienst en de natuur. In dat licht bekeken gaan we de beeldende kunst uit de Romantiek anders zien. Op literair gebied was het ook een interessante tijd. De periode van de romantische held Lord Byron, we gaan dieper op zijn werk in. Ook geven we de romantische componisten veel aandacht. Het werd de tijd van de grote orkesten en koren. Deze relatief korte periode in de kunst en cultuur geschiedenis heeft nog steeds invloed op onze huidige tijd en wordt tot uitdrukking gebracht in het woord romanticisme. Daar staan we natuurlijk ook uitgebreid bij stil.
Het Realisme (Van 1848 tot 1914)
In de tweede helft van de 19de eeuw verdringt het Realisme als dominante cultuurstroming de Romantiek. We leren onderscheid te maken tussen deze twee cultuurbegrippen en zien dat Realisme zijn oorsprong vindt in de sociale onrust die in Europa heerst. Ook leren we dat de wetenschappelijke en technische voor- uitgang hier mee te maken hebben. Deelnemers krijgen kennis van het Realisme dat vooral in de literatuur en schilderkunst tot uiting komt.
Maar ook zullen we zien dat Realisme ook in de muziek, hetzij wat later, zijn invloeden laat gelden. We leren de achtergronden kennen waarom schilders, dichters, schrijvers en componisten hun kunst op een andere manier vorm gaven. De ontwikkelingen zijn soms heel verrassend. We belichten het leven van Gustav Mahler en in Rusland kiezen we Graaf Leo Tolstoi als centrale figuur. Temeer ook omdat hij met zijn ideeën een voorloper zou blijken te zijn van de latere Russische Revolutie. We behandelen onder andere zijn grote romans zoals “Oorlog en Vrede” en “Anna Karenina”. Maar eerst krijgen we nog het onverwachte maar wellicht niet onvermijdelijke uitbreken van de 1ste Wereldoorlog.
Het Modernisme (Van 1914 tot 1970)
Na de 1ste Wereldoorlog begint het belang van Europa in de westerse cultuur sterk af te nemen. Kenmerkend is de opkomst van de Amerikanen op veel gebieden alhoewel het in eerste instantie nog wel geëmigreerde of gevluchte Europese kunstenaars zijn die het culturele klimaat in de Verenigde Staten bepalen.
We volgen in de cursus deze ontwikkelingen maar concentreren ons toch in eerste instantie op Europa. Daar zien we stromingen ontstaan zoals het dadaïsme en het surrealisme. We leren de overwegingen kennen van André Breton de schrijver van het Surrealistisch Manifest. Natuurlijk gaan we dieper in op het werk van Pablo Picasso en krijgen inzicht in zijn periodes. De jazz komt uit Amerika over naar Europa en krijgt ook hier zijn volgers. Ook op literair gebied spelen Amerikanen een steeds grotere rol; samen met de Britten geven ze daarmee een belangrijke bijdrage aan het modernisme met auteurs zoals William Faulkner en T.S. Eliot. Hun belangrijkste werk wordt behandeld. We gaan in op het uitbreken van de 2de Wereldoorlog en behandelen met name ook de Oost Europese landen. Als de oorlog voorbij is begint in het oosten de communistische opmars. De oorlogsverwerking kan daardoor in West-Duitsland veel vroeger beginnen. Pas veel later zal dat in het oosten van Duitsland kunnen gebeuren maar dat valt buiten de scope van de cursus. We zien wel hoe kunstenaarskringen en filosofen in West-Duitsland zoveel mogelijk de aansluiting met het oosten proberen vast te houden. We zien dat bijvoorbeeld in het werk van Anselm Kiefer terug maar ook in het afzetten van de leden van de Frankfurter Schule tegen het kapitalisme. In Nederland gaan we dieper in op het werk van Gerrit Rietveld en we leren de filosofie achter het werk van Piet Mondriaan kennen.